9

Maleachi 3 : 1 - 6

Verlangen

O, mijn ziel,
zing zo tegen de kerst
een lied van verlangen.

Van Immanuel tot welbehagen,
welkom onze lieve Heer
vrede op aarde
iedere kerst maar weer.

Maar mijn ziel wordt stiller
zingen een zucht
ging daar een herder heen
de stal...een klucht.

Want mensen staan
zichzelf in de weg,
turen naar een ster
hopen op een kind
weten niet waar te gaan.

O, mijn ziel,
zing niet langer
komt allen tezamen
in een stille nacht,
het is er koud en donker
niemand die op je wacht.

Kind in ons geboren zegt:
doe het zelf
verlicht en verwarm,
pas als jij 
mijn ballen in de boom hangt
zal geschieden
 waar je zo naar verlangt.

en zie 
op die dag
wordt het vanzelf Kerst....

De Stronk.